Internationale Dag van het Licht: de uitvinding van de laser

Op 16 mei 1960 kreeg Theodore Maiman voor elkaar, wat al velen probeerden te doen, maar tot op dat moment mislukte: het krijgen van laserlicht! En om deze reden vieren we op elk jaar op deze dag de Internationale Dag van het Licht. Zijn prestatie was om vele redenen belangrijk:

  • Als eerste; lasers zijn tegenwoordig overal om ons heen en veel technologieën zijn ervan afhankelijk. Van communicatie tot medische toepassingen, tot sensoren, tot codering, tot materiaalverwerking, tot militaire toepassingen, en de lijst gaat maar door. En dat begon allemaal op 16 mei 1960.
  • Ten tweede: Theodore Maiman deed dit door puur doorzettingsvermogen, door het onderwerp heel goed te begrijpen en door dit te doen zonder veel onderzoeksgeld, vergeleken met zijn rivalen van bijvoorbeeld Bell Labs.
  • Ten derde: Maiman kreeg niet de erkenning die hij verdiende. Zijn rivalen van Bell Labs kregen de eer en zij kregen daarvoor Nobelprijzen. Ook het belangrijkste patent ging niet naar Maiman, wat vervolgens iemand anders extreem rijk maakte. Maimans naam komt niet in veel boeken voor en de meeste mensen denken dat Charles Townes, Arthur Schawlow en Gordon Gould de eerste laser-uitvinders zijn.

Binnenste van de eerste laser.

Om te beginnen: lasers zijn zo gewoon geworden, dat het woord laser als woord wordt gebruikt. Terwijl het eigenlijk een afkorting is: Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation, oftewel ‘lichtversterking door gestimuleerde emissie van straling’. De gestimuleerde emissie was al eerder bedacht door Albert Einstein, maar het duurde vele jaren voordat mensen het eindelijk in de praktijk konden brengen. Townes en Schawlow presenteerden een idee over hoe je laserlicht kon bereiken, maar hoewel voor mensen dit het begin van het laser-tijdperk was, is hun idee nooit gelukt. Tot frustratie van Maiman, die wel slaagde met zijn versie van een laser, gebaseerd op een robijn-kristal.

Links: Foto van de eerste laser. Rechts: Theodore Maiman met zijn eerste laser.

Na het succes van Maiman hebben Bell Lab-wetenschappers met succes verschillende versies van lasers gebouwd, zoals de Nd:YAG-laser en de Helium-Neon-laser: die tot op de dag van vandaag nog steeds in gebruik zijn. Bell Labs gebruikte de datum van hun eerste succes met hun laser om de mijlpaal van ‘de eerste laser in de geschiedenis’ te vieren: hierbij negeerden ze volledig het werk van Maiman. Townes ontving zijn Nobelprijs in 1964 voor de uitvinding van de laser. Schawlow ontving de Nobelprijs in 1981.

Erkenning voor het verkrijgen van een patent werd ook niet aan Maiman gegeven (hij kreeg wel een patent, maar niet degene die het meeste geld verdiende). Het laser-patent ging naar Gordon Gould, die een slimme truc uithaalde om het patent te verkrijgen, door veel investeerders aan te trekken om de rechtszaak over het patent te winnen. Gould heeft vervolgens 30 jaar lang rechtszaken aangevochten met bedrijven die probeerden zijn uitvinding te stelen.

Ging er enige eer naar Maiman? Ja. Helaas niet de Nobelprijs, ondanks dat hij er drie keer voor werd genomineerd. Hij kreeg wel de Japan-prijs: bekend als de Nobelprijs van het Oosten. En grappig genoeg verscheen er een opgeblazen versie van zijn laser in een James Bond-film, waar Bond een gewaagde ontsnapping maakte aan het dodelijke laserlicht.

En de term ‘death ray’ (dood-straal) komt van een journalist die Maiman kort na zijn ontdekking interviewde. Laserlicht is in de loop der jaren sterker geworden: genoeg om een ​​vliegtuig vanuit de lucht neer te schieten. Maar het is verre van een dodelijke straal, met grenzeloze toepassingen en waarvan we de meeste dagelijks gebruiken zonder het te weten. En dit alles dankzij een briljante ingenieur genaamd Theodore Maiman.

Foto uit de James Bond film waarin een vergrote versie van de eerste laser te zien is.

Keep Reading

PreviousNext